zaterdag 26 mei 2012

Bijna klaar?

Ik geloof dat ik zo goed als klaar ben met mijn masterpiece en mijn specialisaties. Maar nu komt nog het moeilijkste. Een goede titel voor mijn stuk. Waar een mens zich al niet mee bezig kan houden op een mooie pinksterdag. Het moet natuurlijk wel iets zijn wat de lading dekt.
Mijn onderzoek is eigenlijk nog maar het begin. Ik heb me bezig gehouden met 21st Century Skills en hoe gaan we hiermee aan de slag in het PRO. Daarnaast heb ik uitgebreid onderzocht hoe je veranderingen moet bewerkstelligen in docententeams. Heel kort door de bocht kwam eruit: Think ahead, act ahead. Oftewel: regeren is vooruitzien. Maar dat klinkt zo..... Misschien is dat wel een mooie titel.

vrijdag 18 mei 2012

Site gemaakt.

Ja zeker, vandaag zeer nuttig bezig geweest en een site gemaakt voor de collega's.Het resultaat is te bezichtigen op: https://sites.google.com/site/studiedagvhs16mei2012/. Ik zal volgende week de link naar de collega's mailen en om een reactie vragen.

Daar ben ik weer.

Een tijdje niet geblogd. Wil niet zeggen dat ik stil heb gezeten. Wat heb ik de afgelopen tijd gedaan?
Op digitaal gebied dan.
Ik heb het concept Masterpiece geschreven. Ik was begonnen dit op een google-site te doen. Ben dan echter meer bezig met de vorm dan met de inhoud. Overgestapt op werken in "Word". Kan ik me concentreren op de inhoud. Verder heb ik me afgelopen weken verdiept in de mogelijkheden van het Smartboard. Ik heb de fasen van Beauchamp (hoe digibordvaardig ben je?) in een matrix geplaatst. Je kan nu heel simpel jezelf neerzetten. Ik ben twee stappen gestegen. Sta nu op niveau 3 op een schaal van 5. Helemaal tevreden dus, voor dit moment. 
Zodra ik weet of mijn "stuk" goedgekeurd is zal ik een samenvatting op dit blog zetten.

Afgelopen woensdag heb ik op school een gedeelte van de studiedag ingevuld. Omdat ik in mijn onderzoek pleit voor het kweken van bewustzijn, voordat je nieuwe dingen gaat invoeren op school, heb ik alvast een presentatie gehouden over ELO. 
  • Thema: We krijgen binnen 2 jaar een ELO. We kunnen niet zelf kiezen, (maar waar kies je eigenlijk voor?) 
  • Probleem: Waar praten we eigenlijk over? Wat is een ELO? Moeten we er blij mee zijn?
  • Voor wie? School, leerlingen, ouders. Alles geordend en gebundeld.
  • Wat is het? Platform voor organisatie, communicatie, studiewijzer. Ook allemaal positief.
  • Waar? Online. Helemaal geweldig.
  • Waarom deze presentatie. Think ahead, act ahead.
Ik had nog een voorbeeld gemaakt van een woordenschatoefening die in de studiewijzer geplaatst kan worden en zo meteen als huiswerk kan dienen. Ik heb het idee dat het wel positief werd ontvangen.

We hebben het fenomeen "Yurls.net" bekeken. Iedereen de gelegenheid gegeven om een pagina aan te maken. Dit liep echter vast op het activeringsmailtje wat bij bijna niemand aan kwam. Wel gezamenlijk mijn Yurlspagina bekeken.

Het derde onderdeel was "digibord voor beginners". Mijn presentatie gedaan. Pauze en daarna aan de slag. Een korte uitleg gegeven over TPACK. Daarna in groepjes aan de slag. Ik was zelf tevreden over de ochtend. Aan de reacties te merken, mijn collega's ook.




zondag 8 april 2012

Laatste lesdag.

Vanmorgen stond digitale werkvormen met google-producten  op het programma. Google-producten zijn er in alle soorten en maten. Het loont de moeite om op een regenachtige dag alles wat Google te bieden heeft eens aandachtig te bestuderen. We hebben het fenomeen Webquest bekeken. Een Webquest is een online-opdracht volgens een vast stramien. We hebben er een paar bekeken.  Een voordeel is dat je zo eenvoudig een opdracht kan maken. Een nadeel is dat alle opdrachten er een beetje hetzelfde uitzien. Een webquest kan gemaakt worden via een webquestgenerator. Dit even googlen of ga naar  www.aula21.net, een Spaanstalige site. Dus meteen goed om je Spaans te oefenen.
(Wanneer je leerlingen samen aan een webquest laat werken is een goede structuur nodig.  Leerlingen moeten aan elkaar terugkoppelen. Iedereen moet eigenaar worden van de Webquest.)

We hebben gekeken naar Dr Sugata Mitra, die op TED uitlegt hoe kinderen zichzelf onderwijzen door middel van een computer die hij in een muur in een sloppenwijk heeft laten inbouwen. Heel erg leuk om te zien dat zonder handleiding en uitleg kinderen zelf aan de gang gaan.


Wij zijn zelf ook aan de slag gegaan. Ik vond het leuk om te merken dat ik zelf ook niet meer begin met het lezen van de handleiding. Als je een beetje de structuur snapt van software kom je al een heel eind. Wat je niet weet google je gewoon. Gaat sneller dan een handleiding raadplegen. Lang leven de zoekmachines.

Ons groepje ging aan de slag met Google-sites. (In het begin vonden we ons heel bij-de-hand. Later werd het al ietsje dommer en uiteindelijk vonden we ons erg onnozel.) Gelukkig hebben we toch nog een site kunnen bouwen en eindigde we toch tevreden. Je wilt snel inhoudelijk al aan de gang. Maar dar ontbreekt op zo'n ochtend de tijd voor. Ik heb later thuis nog eens goed gekeken. Mijn Masterpiece hebik nu in een Google-site opgezet. Wat een handig hulpmiddel is dat, zeg. je hebt zo een website gebouwd.

Google-earth heeft de mogelijkheid om via KMZ-bestanden punaises met informatie/foto's te plaatsen. dat ga ik nog eens onderzoeken. Een ander groepje heeft geprobeerd een tocht via Google-earth te maken. Moet mogelijk zijn, heb je alleen meer tijd voor nodig.

's Middags kregen we van Dylan Nagel uitleg over Serieus Gamen (en gewoon gamen). Hij begon met een presentatie waarin heel veel oude herinneringen naar boven kwamen over Pong, Pacman en Mario. Wat een leuke spelletjes zijn dat toch. Ik hoef niet overtuigd te worden dat gamen leuk is. Ik ben snel verslingerd (dus verslaafd) aan computerspelletjes. Daarom begin ik dus maar niet aan adventure-games.

Een goed spel moet de volgende elementen bevatten:
  1. Je moet het snel snappen, het moet helder en overzichtelijk zijn.
  2. Je moet een alter-ego hebben.
  3. De speler staat in de spotlight, het gaat over jou.
  4. Er is een takenlijst, je moet iets te doen hebben.
  5. Je moet verrassingen tegen komen.
Je hebt "games" puur voor entertainment en je hebt spelletjes die iets aanleren. Bij het laatste kan je denken aan "flightsimulators" voor piloten. Uiteraard heb je spelletjes voor de ontspanning waarbij je ook nog iets kan leren.
Wil je een goede game maken is het belangrijk dat het er aantrekkelijk uitziet, technisch klopt, een verhaal in zich heeft en dat je spelenderwijs vaardigheden leert die je nodig hebt om het spel goed te kunnen spelen.

Het concept yachter ieder spel is:
Mensen houden van problemen oplossen. Gamen = probleem oplossen, dus aantrekkelijk.

Je hebt voor- en tegenstanders van spelen. Jane McGonical vindt games geweldig en pleit ervoor dat we de vaardigheden die we leren in games in zetten in het echte leven.



Daar is iets voor te zeggen. Of het echt zo simpel is weet ik niet. In het echte leven kan je ook credits verdienen, als je bijvoorbeeld boodschappen doet (voetbalplaatjes). Mensen willen echter steeds meer.........

Bij Serieus Gamen gaat het vaak om onderwerpen bespreekbaar te kunnen maken, zoals bij re-mission, een spel voor kankerpatientjes. Bij serieus gamen is de didactiek die er in zit erg belangrijk. Je doet een spelletje vooral omdat je het leuk vindt en dat je er wat van leert is meegenomen. Dat is een belangrijk gegeven.

We hebben in groepjes het spel Enercities gespeeld. Erg leuk om samen te doen. wat ik er vooral van heb overgehouden: In geval van hoge nood werden alle principes overboord gegooid. Ik heb het spel later nog met een aantal praktijkonderwijsleerlingen gespeeld. Wat mij opviel is dat deze leerlingen geen missie nodig hebben. Zij vinden rondlopen in een spel leuk hebben en vonden het spel te moeilijk zodra je met allerlei zaken rekening moest houden.
Ik heb leerlingen ook gevraagd om mij te laten zien welke games zij graag spelen. Dat is Habbo en sunnieday. Daar bouwen ze kamers, gaan op bezoek bij elkaar en schelden tegen elkaar. Ze vonden wel dat het schelden "niet kon" omdat ik mee zat te kijken. Dat deed me deugd.



maandag 26 maart 2012

Help!

Ik zag net toen ik mijn dashboard bekeek iets raars. Onder statistieken is het kopje Verkeersbronnen te vinden. Daar kwam ik het volgende tegen:

VerkeersbronnenMeer »

Accent-Centrum en modern onderwijs.

Vorige week hard aan de studie geweest. Een hele hoop gelezen en bestudeerd. Uiteindelijk kwam volgende stuk eruit en maar meteen als een subsidieaanvraag geschreven. (Wie weet wat het oplevert?)
De enquete is ook klaar wat mij betreft. 16 collega's (incluis ikzelf) hebben hem ingevuld. de resultaten moet ik nog analyseren.
Voor mijn masterpiece ga ik uit onderstaand stuk het gedeelte deskundigheid aanpakken. Aangezien "good practices" stimuleert, zal ik ook digitaal lesmateriaal ontwikkelen.

 Uitgangspunten:
In de “Missie en visie”van Accent staat “Ons doel is zelfredzaamheid bevorderen bij een zelfstandig leven, wonen en werken”. In Vensters op de Praktijk, het gezamenlijk plan van Accent Praktijkonderwijs voor 2015, is dit nader uitgewerkt in een aantal onderwijsdoelen.
 “Op alle vestigingen is een digitale leeromgeving volledig ingevoerd. Vanuit de onderwijskundige visie van Accent op Praktijkonderwijs zal de content van de digitale leeromgeving zo effectief mogelijk ingezet worden binnen het bestaande curriculum.” ( blz 23/punt 3).
 “Het bevorderen van de maatschappelijke zelfredzaamheid van leerlingen en het voorbereiden op de toekomst neemt een prominente plaats in binnen het gehele onderwijsaanbod". (blz 23/ punt 4).

 In Vier in balans Monitor van 2011 staat op bladzijde 28 te lezen dat burgers over een nieuw soort geletterdheid moeten beschikken. Informatievaardigheden worden in de toekomst net zo belangrijk als lezen, schrijven en rekenen. Wie deze vaardigheden niet voldoende beheerst dreigt buiten spel gezet te worden en buiten de boot te vallen.

 In de Discussienota 21st Century Skills (Voogt & Pareja Roblin, 2010) wordt het volgende gezegd op pagina 31: ‘In alle modellen wordt in meer of mindere mate verwezen naar de centrale rol van docenten bij de implementatie van 21st century skills en de noodzaak voor docentondersteuning.

Volgens de aanbevelingen van de Europese Unie (Gordon et al., 2009) wordt niet alleen van docenten verwacht dat zij het verkrijgen van 21st century skills bij hun leerlingen faciliteren, maar ook dat zij zelf ook over deze vaardigheden beschikken.’

Het "Vier-in-balans-model" van Kennisnet zegt dat invoering van ICT in het onderwijs meer kans van slagen heeft bij een evenwichtige en samenhangende inzet van de vier bouwstenen:

  1. visie, 
  2. deskundigheid, 
  3. digitaal leermateriaal en 
  4. ict-infrastructuur. (ict op school 2004.) 

De bouwstenen zijn complementair en wederzijds afhankelijk. het onderwijs moet deze bouwstenen zorgvuldig op elkaar afstemmen wanneer het leerprocessen ontwerpt, faciliteert en uitvoert. Leraren spelen daarin een cruciale rol, maar daarnaast is er leiderschap nodig om het proces te sturen en condities voor samenwerking met andere professionals te scheppen.

 Uitwerking van het Vier-in-balans-model.

    Visie: Vanuit de onderwijskundige visie van Accent op Praktijkonderwijs zal de content van de digitale leeromgeving zo effectief mogelijk ingezet worden binnen het bestaande curriculum.
    Deskundigheid: Basisvaardigheden als tekstverwerken en gebruik van email en internet zijn bij iedere docent aanwezig. Bijna alle docenten hebben een knoppencursus “Smartboard” gevolgd. De bereidheid om met ict aan de slag te gaan in de klas is groot. Niet iedereen is echter even ict-vaardig. De wil om zich bij te scholen is (onder bepaalde condities) aanwezig. Om lessen te ontwikkelen vanuit het TPAK-model (Maak kennis met TPAK onderzoekreeks Kennisnet, 2010) is er nog scholing nodig. De onderwijscoördinator volgt de PostHBO-opleiding Onderwijs en Moderne Media van de Hogeschool Leiden,(2011-2012.). 
    Digitaal leermateriaal: Uitgeverij Edu-actief heeft een digitale leeromgeving (ProDigi) ontwikkeld voor het Praktijkonderwijs. Op Centrum wordt daar (nog) niet mee gewerkt. De ontwikkelingen worden wel gevolgd. Op individuele titel worden er materialen ontwikkeld voor het Smartboard. Dit is echter leerkracht afhankelijk. Er is nog geen structurele uitwisseling van dit zelf gemaakte lesmateriaal. Er worden vooral voor rekenen en taal gebruik gemaakt van bestaande oefenprogramma’s van onder andere “Muiswerk”. Er is nog geen ELO. Er zal gewerkt moeten gaan worden met een ELO. 
    Ict-infrastructuur: Er is afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de ict. Bijna iedere theorielokaal heeft de beschikking over een smartboard en een pc met internetverbinding. In ieder lokaal zijn een of meerdere computers aanwezig. Daarnaast hebben beide locaties de beschikking over een ict-lokaal. Er is nog geen WIFI.   

Is er nu sprake van Balans? 
 Wat de visie betreft. Die mag nog nader uitgewerkt worden. Hoe ziet een digitale leeromgeving eruit? Welke elementen van het bestaande curriculum lenen zich voor digitalisering? Er zijn allerlei ideeen over aanwezig binnen de school. Binnen de teams moet hier nog verder over gesproken gaan worden.          

Deskundigheidsbevordering. Docenten zijn vooral opgeleid in het pre-digitale tijdperk. Om ook bij docenten de nodige 21st Century Skills aan te leren is er nog scholing nodig. Gekeken gaat worden of de aanwezige kennis binnen de school gebundeld kan gaan worden. Op persoonlijk initiatief wordt er al kennis aan elkaar overgedragen. Gekeken zal worden of dit systematischer kan worden aangepakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat stimulerend materiaal en “good practises” het meest effectief is om veranderingen binnen een school te weeg te brengen. (Garet e.a. 6 factoren die kunnen bijdragen aan succesvolle ondersteuning en scholing). De invoering van het ELO zal goed voorbereid moeten worden om te zorgen dat iedereen eeen er mee kan werken. 

 Digitaal leermateriaal. Docenten in het Praktijkonderwijs zijn al gewend om hun eigen lesmateriaal te maken en bestaand lesmateriaal aan te passen aan de leerlingen. Er zal een plek moeten komen om al het op school ontwikkelde lesmateriaal voor iedereen bereikbaar op te slaan. Een aantal docenten zijn in staat om moderne media te integreren in het bestaande programma. Het bestaande programma zal echter kritisch bekeken moeten worden om onze leerlingen de nodige informatievaardigheden aan te leren. De theorieleslokalen zijn met hun smartboarden al aardig ingericht voor modern onderwijs. Om “echt” modern onderwijs te kunnen geven ontbreken er digitale hulpmiddelen als een documentencamera, slate en stemkastjes. 
 Ict-infrastructuur. Een WIFI is eigenlijk onmisbaar op moderne school. Gaandeweg het proces (invoering ELO) zal ook gekeken moeten gaan worden of er tablets of laptops voor de leerlingen aangeschaft gaan worden. Er is nog geen sprake van een goede balans, we zijn wel op weg. 

 Op Accent Centrum wordt gewerkt met het groepsleerkrachtenmodel. Een klas heeft alle theorielessen in een vast leslokaal. De theorielessen worden gegeven door een vaste leerkracht. (de mentor) Om een paar slagen te kunen gaan maken worden op beide lokaties een “ 21st Century-modelklas”ingericht. Er is nog een investering van € 14.000,- nodig om de inrichting van de modelklassen te optimaliseren. 
Begroting inrichting 2 modelklassen 
2 pc’s                                          €   3000,-  
2 documentencamera                  €   2000,- 
2 draadloos toetsenbord en muis €       50,- 
10 ipodtouch                               €     950,- 
2 sets stemkastjes                        €   6000,- 
2 draadloze slate                         €   1100,- 
totaal                                           € 14000,-  
NB. Bij prijzen is nog geen onderwijskorting gerekend.