zondag 8 april 2012

Laatste lesdag.

Vanmorgen stond digitale werkvormen met google-producten  op het programma. Google-producten zijn er in alle soorten en maten. Het loont de moeite om op een regenachtige dag alles wat Google te bieden heeft eens aandachtig te bestuderen. We hebben het fenomeen Webquest bekeken. Een Webquest is een online-opdracht volgens een vast stramien. We hebben er een paar bekeken.  Een voordeel is dat je zo eenvoudig een opdracht kan maken. Een nadeel is dat alle opdrachten er een beetje hetzelfde uitzien. Een webquest kan gemaakt worden via een webquestgenerator. Dit even googlen of ga naar  www.aula21.net, een Spaanstalige site. Dus meteen goed om je Spaans te oefenen.
(Wanneer je leerlingen samen aan een webquest laat werken is een goede structuur nodig.  Leerlingen moeten aan elkaar terugkoppelen. Iedereen moet eigenaar worden van de Webquest.)

We hebben gekeken naar Dr Sugata Mitra, die op TED uitlegt hoe kinderen zichzelf onderwijzen door middel van een computer die hij in een muur in een sloppenwijk heeft laten inbouwen. Heel erg leuk om te zien dat zonder handleiding en uitleg kinderen zelf aan de gang gaan.


Wij zijn zelf ook aan de slag gegaan. Ik vond het leuk om te merken dat ik zelf ook niet meer begin met het lezen van de handleiding. Als je een beetje de structuur snapt van software kom je al een heel eind. Wat je niet weet google je gewoon. Gaat sneller dan een handleiding raadplegen. Lang leven de zoekmachines.

Ons groepje ging aan de slag met Google-sites. (In het begin vonden we ons heel bij-de-hand. Later werd het al ietsje dommer en uiteindelijk vonden we ons erg onnozel.) Gelukkig hebben we toch nog een site kunnen bouwen en eindigde we toch tevreden. Je wilt snel inhoudelijk al aan de gang. Maar dar ontbreekt op zo'n ochtend de tijd voor. Ik heb later thuis nog eens goed gekeken. Mijn Masterpiece hebik nu in een Google-site opgezet. Wat een handig hulpmiddel is dat, zeg. je hebt zo een website gebouwd.

Google-earth heeft de mogelijkheid om via KMZ-bestanden punaises met informatie/foto's te plaatsen. dat ga ik nog eens onderzoeken. Een ander groepje heeft geprobeerd een tocht via Google-earth te maken. Moet mogelijk zijn, heb je alleen meer tijd voor nodig.

's Middags kregen we van Dylan Nagel uitleg over Serieus Gamen (en gewoon gamen). Hij begon met een presentatie waarin heel veel oude herinneringen naar boven kwamen over Pong, Pacman en Mario. Wat een leuke spelletjes zijn dat toch. Ik hoef niet overtuigd te worden dat gamen leuk is. Ik ben snel verslingerd (dus verslaafd) aan computerspelletjes. Daarom begin ik dus maar niet aan adventure-games.

Een goed spel moet de volgende elementen bevatten:
  1. Je moet het snel snappen, het moet helder en overzichtelijk zijn.
  2. Je moet een alter-ego hebben.
  3. De speler staat in de spotlight, het gaat over jou.
  4. Er is een takenlijst, je moet iets te doen hebben.
  5. Je moet verrassingen tegen komen.
Je hebt "games" puur voor entertainment en je hebt spelletjes die iets aanleren. Bij het laatste kan je denken aan "flightsimulators" voor piloten. Uiteraard heb je spelletjes voor de ontspanning waarbij je ook nog iets kan leren.
Wil je een goede game maken is het belangrijk dat het er aantrekkelijk uitziet, technisch klopt, een verhaal in zich heeft en dat je spelenderwijs vaardigheden leert die je nodig hebt om het spel goed te kunnen spelen.

Het concept yachter ieder spel is:
Mensen houden van problemen oplossen. Gamen = probleem oplossen, dus aantrekkelijk.

Je hebt voor- en tegenstanders van spelen. Jane McGonical vindt games geweldig en pleit ervoor dat we de vaardigheden die we leren in games in zetten in het echte leven.



Daar is iets voor te zeggen. Of het echt zo simpel is weet ik niet. In het echte leven kan je ook credits verdienen, als je bijvoorbeeld boodschappen doet (voetbalplaatjes). Mensen willen echter steeds meer.........

Bij Serieus Gamen gaat het vaak om onderwerpen bespreekbaar te kunnen maken, zoals bij re-mission, een spel voor kankerpatientjes. Bij serieus gamen is de didactiek die er in zit erg belangrijk. Je doet een spelletje vooral omdat je het leuk vindt en dat je er wat van leert is meegenomen. Dat is een belangrijk gegeven.

We hebben in groepjes het spel Enercities gespeeld. Erg leuk om samen te doen. wat ik er vooral van heb overgehouden: In geval van hoge nood werden alle principes overboord gegooid. Ik heb het spel later nog met een aantal praktijkonderwijsleerlingen gespeeld. Wat mij opviel is dat deze leerlingen geen missie nodig hebben. Zij vinden rondlopen in een spel leuk hebben en vonden het spel te moeilijk zodra je met allerlei zaken rekening moest houden.
Ik heb leerlingen ook gevraagd om mij te laten zien welke games zij graag spelen. Dat is Habbo en sunnieday. Daar bouwen ze kamers, gaan op bezoek bij elkaar en schelden tegen elkaar. Ze vonden wel dat het schelden "niet kon" omdat ik mee zat te kijken. Dat deed me deugd.